Begrippenlijsten

In deze lijst kun je alle begrippen vinden die voor het eindexamen relevant zijn. Alle begrippen zijn voorzien van een illustratie.

 

Zaadcel van de man. Wordt geproduceerd in de teelbal na twee meiotische delingen. Zaadcellen zijn haploïde en de kern bevat 23 chromosomen. Na de bevruchting ontstaat er een bevruchte eicel met weer 46 chromosomen. Op de kop van de zaadcel zit een chemische springlading. Deze is nodig om de eicel te kunnen binnendringen.