Transport

In dit thema leer je hoe opgenomen voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen worden getransporteerd door het organisme.

 

Bloedstolling

Bloedstolling is een zeer ingewikkeld proces waarbij de bloedplaatjes, de beschadigde weefsels en eiwitten die ronddrijven in het bloed (stollingsfactoren) betrokken zijn. De bloedstolling werk in drie fasen. Nu eerst even heel in het kort deze drie stappen. Verderop in deze les wordt vooral stap twee tot in detail uitgewerkt. Stap 1. Na het beschadigen van de wand van het bloedvat kleven de bloedplaatjes aan de vrijgekomen collagene vezels van de bloedvatwand en het omringende weefsel. Stap 2. Daarna komen de weefselfactoren van het beschadigde weefsel in contact met de dertien  inactieve stollingsfactoren die ronddrijven in het bloed. Als eenmaal de eerste stollingsfactoren hechten aan de weefselfactoren van het beschadigde weefsel ontstaat er een cascade van activaties van de stollingsfactoren. Stap 3. Trombine zorgt voor de productie van fibrine. Fibrine kan de wond definitief sluiten. 

Hieronder volgt een gedetailleerde uitleg van stap 2 in de bloedstolling: de activatie van de stollingsfactoren in het bloed.
In de bloedbaan stromen eiwitten mee met de bloedstroom. Deze eiwitten heten stollingsfactoren en deze spelen een rol bij de bloedstolling. Eigenlijk zijn deze stollingsfactoren inactieve enzymen. Bedenk je dat één enzym één scheikundige reactie versnelt zonder daarbij gebruikt te worden. De stollingsfactoren in het bloed zijn genummerd van I (1) tot XIII (13). Sommige inactieve stollingsfactoren hebben naast een nummer ook een naam als: protrombine (II) en fibrinogeen (I). De stollingsfactoren zijn inactief omdat ze nog geen enkele reactie versnellen.

 bloedstolling met inactieve SF

Ook de membranen van de (beschadigde) weefsels bevatten eiwitten. De zogenaamde membraaneiwitten of weefselfactoren. De stollingsfactoren en de weefselfactoren zijn bij een onbeschadigd bloedvat van elkaar gescheiden. Ook in de haarvaten waar stoffenuitwisseling plaatsvindt blijven de grote stollingsfactoren in de bloedbaan, terwijl de verteringsproducten van de eiwitten uit het voedsel, de aminozuren, wel in de weefsels terecht kunnen komen.

bloedstolling met WF

Bij een beschadiging aan de bloedvatwand komt de barrière tussen de stollingsfactoren en de weefselfactoren wel te vervallen. Het bloed met de stollingsfactoren stroomt tussen de cellen van het beschadigde weefsels door. Stollingsfactoren komen fysiek in contact met de weefselfactoren. Een specifieke stollingsfactor speel hier een cruciale rol: stollingsfactor VII (7). Wanneer inactief stollingsfactor VII botst met de weefselfactoren vindt er een kortstondige binding plaats. Deze binding zorgt voor activatie van stollingsfactor VII. Het binden van factor VII aan de weefselfactoren van de beschadigde weefsels in de startknop voor het intrinsieke pad van de bloedstolling en wordt ook wel de extrinsieke route genoemd.

bloedstolling met bloedspetter naald en membraan

Als eenmaal stollingsfactor VII is geactiveerd zal er een cascade van activaties gaan plaatsvinden. Elk geactiveerde stollingsfactor gaat als een enzym één specifieke reactie versnellen. In de practijk komt het er op neer dat één geactiveerde stollingsfactor een nog niet geactiveerde stollingsfactor zal gaan activeren. In de onderstaande afbeelding is dat goed te zien. Geactiveerd VII activeert IX (9). Geactiveerd IX activeert op zijn beurt weer X (10). Op deze manier worden dus tussen de weefsels alle stollingsfactoren geactiveerd.

bloedstolling komt op gang intrinsiekepad

Uit geactiveerde stollingsfactor X en geactiveerd V(5) wordt met behulp van membraanonderdelen en wat Ca2+ (IV) het trombokinasecomplex gevormd (zie BiNaS 84O). Ook dit trombokinasecomplex doet diens als enzym en versnelt dus één reactie, namenlijk de omzetting en activering van protrombine (II) tot trombine. Trombine zorgt er vervolgens voor dat oplosbaar fibrinogeen (I) aaneengeregen wordt tot onoplosbaar fibrine. Fibrine vormt lange draden over de wond. De wond zal langzaam maar zeker sluiten. De activaties van alle stollingsfactoren in het beschadigde weefsel wordt de intrinsieke route genoemd. 

 Bloedfactoren3

BiNaS-tabel 84O geeft niet heel specifiek uitleg over de bloedstolling.  

84O

De gehele bovenstaande les is gebaseerd op de onderstaande video over bloedstolling. Bij het afkijken van de video is het verstandig dit niet op groot scherm te doen. Voor begripvorming is het handig als tijdens bestuderen van de video ook bovenstaande illustraties kunnen worden bekeken. Onderstaande video is gemaakt door Sanquin bloedvoorziening.

Het gehele proces van de bloedstolling is in de overzichtsafbeelding hieronder in zijn geheel te bekijken. Ook kan je de bloedstolling bestuderen op Bioplek.org.

 Bloedstollingsoverzicht3

Op de onderstaande video kan je de les gegeven over bloedstolling bekijken.

Bloedstollend spannende films zien we allemaal wel eens. Maar waar komt deze uitdrukking nu vandaan. Onderzoekers van het LUMC hebben er onderzoek naar gedaan en het vermoedelijke antwoord op deze vraag gevonden.

Bloedstollend