Uitscheiding

In dit thema leer je hoe overtollige en schadelijke stoffen met behulp van lever en nieren worden afgevoerd uit het lichaam.

 

Alcohol is slecht voor het lichaam. Maar het afbraakproduct van alcohol is ook weer gewoon een brandstof. Deze les levert een goede biologische verklaring voor de meeste alcoholgerelateerde vragen over alcohol.

Alcohol wordt door de lever afgebroken. De cellen van de lever hebben voor dit afbraakproces twee enzymen tot hun beschikking. In de cellen van de lever staat er een beperkte hoeveelheid Alcohol Dehydrogenase (ADH) en Aldehyde Dehydrogenase (ALDH) ter beschikking voor de afbraak van alcohol.

Lever en alcohol

Alcohol wordt in de lever door ADH omgezet tot het giftige aceetaldehyde. Vervolgens wordt aceetaldehyde afgebroken door ALDH tot azijnzuur (Acetaat).

Alcoholafbraak in de lever

Dit hele afbraakproces verloopt bij een minimale alcoholintake van één glas binnen 1,5 uur. Dus binnen 1,5 uur is een standaard glas alcohol omgezet van alcohol naar aceetaldehyde naar azijnzuur.
Het afbraakproces van alcohol duurt langer duurt als er meer alcohol gedronken wordt. Er is namelijk maar een beperkte hoeveelheid ALDH in de lever aanwezig om aceetaldehyde om te zetten in azijnzuur. Als de hoeveelheid alcohol te groot wordt zal de aceetaldehyde zich ophopen in het lichaam. Dit leidt tot de vervelende bijwerkingen zoals misselijkheid en schade aan de lever en andere organen.
Alceetaldehyde is een giftige stof en zorgt naast het missselijke gevoel ook voor mutaties in het DNA. Cellen met gemuteert DNA kunnen zich in de loop van de tijd ontwikkelen tot kankercellen en tumoren.

Bacteriën in speeksel

Het verhoogde risico op kanker in de mondholte, keelholte en slokdarm kan verklaard worden door de verhoogde concentraties aceetaldehyde in het speeksel. De afbraak van alcohol begint namelijk al in de mond door verschillende bacteriën in het speeksel. Maar het tussenproduct aceetaldehyde wordt in het speeksel minder goed afgebroken tot azijnzuur. Het aceetaldehyde zal zich dus ophopen in de mondholte en keelholte en slokdarm.Het aceetaldehyde komt in de mond direct in contact met de slijmvliezen waar het relatief snel DNA-afwijkingen veroorzaakt. Slechte mondhygiëne kan ook zorgen voor verhoging van de concentratie aceetaldehyde, want daardoor kunnen bepaalde bacteriën en gisten alcohol nog beter omzetten in aceetaldehyde.